AAN/UIT-knoppen: Elk kanaal op de mixer heeft een AAN/UIT-knop die het kanaal aan of uit zet. Dit kan handig zijn als je niet elk kanaal elke keer nodig hebt als je de mixer gebruikt. De AAN/UIT-knoppen kunnen ook worden gebruikt om kanalen te deactiveren bij het aanpassen van de ingangsniveaus om ongewenste ruis te voorkomen.

Kanaalfaders: Kanaalfaders worden gebruikt om het volume van elk ingangskanaal aan te passen. Faders worden vaak "niveaupotentiometers" genoemd en worden vaak gebruikt om het relatieve volume van verschillende audiobronnen aan te passen. Kanaalfaders kunnen ook worden gebruikt om vloeiende overgangseffecten tussen verschillende audiobronnen te creëren.

EQ-potentiometers: EQ-potentiometers worden gebruikt om de frequenties van elk ingangskanaal aan te passen. De EQ-knoppen van de Yamaha MG10XU mixer zijn verdeeld in drie frequentiebanden: bas, middentonen en hoge tonen. De EQ-knoppen kunnen worden gebruikt om bepaalde frequenties af te snijden of te verzwakken om akoestische problemen te corrigeren of het gewenste geluidseffect te bereiken.

Gain-knoppen: Gain-knoppen passen het ingangsniveau van elk ingangskanaal aan. Gain-knoppen worden vaak gebruikt om vervorming te voorkomen door het niveau van de audiobron aan te passen aan het uitgangsniveau van de mixer.

Effectknoppen: De Yamaha MG10XU mixer is uitgerust met verschillende ingebouwde effecten, zoals reverb en delay. De effectknoppen activeren of deactiveren deze effecten voor elk ingangskanaal.

Panknoppen: Panknoppen passen de stereopositie van elk ingangskanaal aan. Panknoppen kunnen worden gebruikt om elke audiobron binnen het stereobeeld te positioneren om een meer gebalanceerde mix te creëren.

Mastervolumefader: De mastervolumefader wordt gebruikt om het algehele uitgangsniveau van de mixer aan te passen. Deze fader wordt vaak de "masterniveau-potentiometer" genoemd. Met de hoofdvolumefader kunt u het uitgangsniveau aanpassen aan verschillende geluidssystemen.